Maak van de maisstoppel een oase voor wild

hazenapotheek.JPGdonderdag 15 oktober 2015

Medio oktober is de meeste snijmais van het land en blijven er kale stoppelvelden achter. Voor de zandgronden ligt er een verplichting van overheidswege om daarna het perceel in te zaaien met een zogenaamd vanggewas. De toegestane vanggewassen zijn: bladkool, bladrammenas, gras, triticale, wintergerst, winterrogge.

Door de drukte rondom de oogst gebeurt het inzaaien vaak pas weken later. Met als gevolg dat het gewas in de winterperiode vaak klein blijft en daardoor weinig dekking en voedsel biedt. Grassen en kruiden vormen een groot deel van het hazendieet, waarbij variatie nog belangrijker is dan hoeveelheid. Het is niet nodig om meteen hectaren vol in te zaaien. Het haas ligt immers ook graag midden op de stoppel. Om te rusten en toch een mogelijk vijand te kunnen opmerken. Meerdere overhoekjes of stroken ingezaaid met een wintermengsel (of in een vroegere periode de SBNL Hazenapotheek) zijn daarom het beste. De mengsels zijn zo samengesteld dat de agrariërs niet bang hoeven te zijn voor verwaaiing van eventueel gevormd zaad en passen binnen het protocol van vanggewassen.
Graslanden gaan - na een late laatste maaibeurt - vaak kort de winter in. Ook hier is dan de dekking beperkt. De ervaring heeft geleerd dat boeren vaak bereid zijn om hier en daar een strook van enkele meters breed en een paar honderd meter lang niet te maaien of een strook te vrijwaren van begrazing. Bijvoorbeeld langs een raster. Hier worden vaak in het voorjaar de eerste jonge haasjes geboren. Als er voldoende van deze stroken zijn, dan neemt de kans op predatie aanzienlijk af. Het is raadzaam deze hoekjes met rust te laten en hier alleen op te treden in het kader van schade- en predatorenbestrijding.

De genoemde mengsels zijn natuurlijk verkrijgbaar bij SBNL. Deze en andere mengsels zijn beschreven in de brochure Faunamengels. U kunt deze en de prijslijst aanvragen via info@sbnl.nl of 0318 57 83 57.

« Terug