SBNL Natuurfonds draagt bij aan onderzoek naar ‘stammenstrijd’

Etienne-CF.pngmaandag 20 januari 2025

Wat is beter? Binnen een bos de bomen groepsgewijs kappen of juist individueel? Die vraag levert binnen het bosbeheer al jarenlang een soort  ‘stammenstrijd’ op. Reden voor onderzoeker Etiënne Thomassen (foto boven) en zijn collega’s om de voor- en nadelen van beide beheermethoden onder de loep te nemen. SBNL Natuurfonds honoreerde een verzoek om een bijdrage voor dit wetenschappelijke onderzoek met een bedrag van € 14.000,- vanuit het Nora Croin Michielsenfonds.

 Het onderzoek werd opgezet door de Bosgroepen. Aanleiding was het tumult in de media een aantal jaren geleden over het toepassen van grootschalige vlaktekap, ook wel groepsgewijze kap genoemd. Hieruit ontstond het idee voor een vergelijkend wetenschappelijk onderzoek. Op de Veluwe, op de Brabantse Wal en in Drenthe zijn uitkapbossen en ‘regulier’ beheerde bossen geselecteerd en met elkaar vergeleken. Als referentie werd bosreservaten gekozen waarin helemaal geen sprake is van beheer.

schovenhorst

Het uitkapbos op landgoed Schovenhorst in Putten diende als referentie

Voor- en nadelen in kaart

De ideeën over bosbeheer zijn in de loop van de tijd veranderd. Was vroeger vooral de productiefunctie van het bos belangrijk, nu weegt ook de natuurwaarde mee. Daardoor wint zogeheten uitkapbeheer, waarbij individuele bomen tussen de andere worden weggehaald, aan populariteit. ‘Tegelijk is ook uitkap gewoon een manier om hout uit het bos te krijgen’, vertelt onderzoeker Etiënne Thomassen. ‘Maar dan op een manier waarbij het bos minder verandert, omdat er minder stevige ingrepen worden gedaan.’

Maar is uitkap dan ook echt beter dan vlaktekap? ‘We wilden de voor- en nadelen van beide methodes in kaart brengen, naast elkaar leggen op een objectieve manier. Op die manier wilden we extra kennis aan die aloude discussie toevoegen.’

 Diversiteit onderzocht

Het onderzoek van de Bosgroepen concentreerde zich vooral op de diversiteit aan bomen binnen de verschillende bosbeheertypen. Er werden bomen gemeten en gerangschikt op soort. Zo konden de onderzoekers beoordelen hoe divers de bossen waren. Thomassen: ‘Daar kwam uit dat de uitkapbossen in dat opzicht het beste scoren, en met een behoorlijk verschil. Daarbij is overigens soms wel lastig te onderscheiden wat door de beheergeschiedenis komt en wat door het beheertype. In de uitkapbossen waren over het algemeen heel fanatieke bosbeheerders al een tijd lang actief. Misschien hadden zij ook wel zoiets moois neergezet, als ze niet per se met uitkap bezig waren geweest. Wat dat betreft is het een kip-en-ei-verhaal.’

Bieduinen

Er werden metingen verricht in het Brabantse uitkapbos Bieduinen

Meer licht en warmte

Ook al verliest vlaktekap letterlijk en figuurlijk aan terrein, er zitten volgens de onderzoeker ook wel degelijk voordelen aan deze vorm van bosbeheer. Thomassen: ‘Je verandert één plek binnen het bos heel sterk, en dat creëert kansen om te sturen als bosbeheerder. Je krijgt veel meer licht en warmte binnen. Daar profiteren soorten van die van licht en warmte afhankelijk zijn. Die kunnen op die manier gemakkelijker verjongen en dat levert hoge stamaantallen op.’  Groepsgewijze kap heeft volgens de bosonderzoeker nog een voordeel: er ontstaan interne bosranden, met verschillen in leeftijd en hoogte. ‘Dat levert belangrijke natuurwaarden op en dus een biodiversiteitsvoordeel, dat je mist als in een groot bosgebied alleen maar bomen staan in dezelfde levensfase.’

Uitkapbeheer creëert volgens Thomassen ook plekken met licht, maar veel licht is dat niet. ‘En dat is ook telkens weer een beetje de crux van de discussie, hoe cruciaal zijn licht en warmte voor het bos? En is het dan zo erg als je af en toe een groep opruimt?’ Groepsgewijze kap is volgens Thomassen wel negatief voor de bodemvorming en de nutriënten die in de bodem liggen opgeslagen. Uitkapbeheer is in dat geval gunstiger. ‘De opbouw van voedingsstoffen gaat door, ook bodemschimmels en bodembeestjes profiteren.’

Een soort parasol

In de discussie over uitkapbeheer en vlaktekap speelt uiteraard ook klimaatverandering een rol. Maar ook daarin zijn de bosbeheerders het vaak niet met elkaar eens. Thomassen: ‘Je zou verwachten dat het bos graag bescherming wil tegen de instraling van de zon. Het bos ontwikkelt een bosklimaat doordat de bomen met al die kronen als een soort parasol fungeren. Dat houdt licht en warmte tegen en bij extreme hitte is dat gunstig. Ook de bosbodem droogt daardoor minder snel uit. Bij uitkap behoud je grotendeels die ‘overscherming’. Maar er bestaat ook een omgekeerde redenering: als je af en toe groepsgewijze kap doet, zaaien de bomen beter uit. Die nieuwe bomen groeien op onder extremere omstandigheden. Dat zou goed kunnen zijn voor hun aanpassingsvermogen aan hitte. Die discussie is duidelijk nog niet uitgewoed.’

Dunnen of niet?

Onderzoeker Etiënne Thomassen: ‘Hetzelfde geldt voor de vraag: moet je in een bos dunnen, of moet je het met rust laten voor de klimaatverandering? Als je bomen weghaalt, worden voedingsstoffen en water verdeeld over minder bomen en hebben ze dus per boom meer. Daardoor worden ze sterker. Of moet je het juist dichthouden om het bosklimaat te bewaken? Daar wordt op dit moment veel onderzoek naar gedaan.’

Het belang van diversiteit

Wel pleit de onderzoeker voor zoveel mogelijk diversiteit. Hoe meer verschillende boomsoorten, hoe sterker het bos. ‘Dat komt tegenwoordig wel duidelijk uit alle onderzoeken’, geeft hij aan. ‘Verschil in soorten werkt aanvullend, omdat de bomen in een ander deel van de bodem wortelen, of omdat de bladeren het licht anders opvangen of in een andere laag van het kronendak zitten. Ook vanuit de gedachte van klimaatverandering wordt diversiteit als heel belangrijk gezien. Want zelfs als je een soort verliest, zijn er altijd nog andere soorten die dat kunnen ondervangen.’ Die diversiteit is dus via beide beheermethoden te realiseren.

Slim combineren

De onderzoekers zien in hun conclusie belangrijke voordelen voor uitkap, zeker met betrekking tot de klimaatbestendigheid van bossen. Daarnaast zien ze nog steeds kansen voor kleinschalige groepsgewijze kap. Thomassen: ‘Dit kan duidelijk waardevolle resultaten opleveren die met uitkap net niet behaald kunnen worden. Bosbeheer in Nederland kent een ontwikkeling naar steeds volwassener, diverser en kleinschaliger uitkapbeheer. Kleinschalige groepsgewijze kap blijft wat mij betreft een belangrijke optie in de gereedschapskist van een bosbeheerder. Het gaat in feite om slim combineren.’

Tekst: Marlies Kolthof | Foto’s: Etiënne Thomassen

« Terug